Ben je een romanticus uit de 19de eeuw of niet? (Koen Van Cauwenberge)

Je houdt
1. niet van horrorverhalen, want die zijn niet realistisch.
2. van horrorverhalen met vele bovennatuurlijke elementen en onwaarschijnlijke gebeurtenissen.
3. van horrorverhalen die waargebeurd lijken te zijn.
4. niet van horrorverhalen, want daar krijg je nachtmerries van.
Als je kleren gaat kopen,
1. koop je vooral kleren die dan in de mode zijn.
2. koop je kleren die je zelf mooi en origineel vindt los van de mode. Soms wou je dat je zelf je eigen kleren zou kunnen maken of draag je zelfs tweedehandskleren (bijvoorbeeld van familie) die je leuk vindt.
3. koop je zo veel mogelijk merkkledij want die is van een betere kwaliteit.
4. koop je vooral kleren die praktisch zijn.
Regels op school zijn
1. nodig, want anders loopt alles in het honderd.
2. er om overtreden te worden.
3. er om over te discussiëren.
4. soms nuttig, maar niet altijd.
Later zou je graag een job hebben
1. waarbij je met veel mensen in contact komt.
2. waarmee je veel geld kunt verdienen.
3. waarvoor je veel moet reizen.
4. waarin je creatief kunt zijn.
Je lief heeft het afgemaakt.
1. En dan? Nog een twee miljard kandidaten staan tot jouw beschikking.
2. Je gaat uit met vrienden en doet alsof er niets gebeurd is.
3. Je gaat eens goed uithuilen bij je beste vriend(in).
4. Je kleedt je in het zwart. Je luistert liggend op je bed naar droevige muziek en kijkt ondertussen naar zijn of haar foto.
Het belangrijkste in je leven is (later)
1. genieten van het leven.
2. een grote BMW hebben.
3. jezelf ontdekken en ontplooien.
4. een leuk gezin hebben.
In je vrije tijd leer je of zou je graag
1. een nieuwe taal leren om nieuwe mensen te leren kennen.
2. een muziekinstrument leren spelen.
3. leren tekenen en schilderen.
4. een computercursus volgen.
De ideale tuin
1. lijkt wel een oerwoud met overal kabouters en elfjes.
2. bestaat uit gras.
3. is een moestuin om in te werken.
4. heeft een terras en een barbecue.
Het leven vind je
1. meestal verschrikkelijk. Je vlucht liever weg in een eigen droomwereld.
2. soms leuk, soms minder leuk.
3. wat je ervan maakt.
4. één groot feest.
Je bent op vakantie in een nieuwe stad. Het liefste wat je dan doet,
1. is met een gids zo snel mogelijk alle bezienswaardigheden bezoeken.
2. is een bad nemen en daarna eens goed gaan uiteten.
3. is in die stad gewoon wat zonder kaart op goed geluk rondzwerven.
4. is gaan winkelen voor souvenirs.
Gruwelfoto's zoals op rotten.com vind je
1. grappig om naar te kijken.
2. maar goor en daar kijk je niet naar.
3. een echte schande.
4. interessant om naar te kijken.
Als je pas verliefd bent op iemand en je hebt net ontdekt dat het wederzijds is,
1. let je minder goed op tijdens de les, omdat je steeds maar een hem of haar zit te denken.
2. studeer je net beter want je hebt het gevoel alsof je de hele wereld aankunt.
3. heeft dat geen enkel effect op je werk.
4. doe je niks meer voor school. Je kunt alleen nog maar aan die jongen of dat meisje denken.
Graag
1. denk je in afzondering over het leven en de dood als er iemand in je omgeving overleden is.
2. ben je niet alleen.
3. denk je in afzondering over het leven en de dood. Je houdt van filosoferen.
4. denk je niet aan je eigen dood. Je bent daar nog veel te jong voor.
Het is de verjaardag van je lief.
1. Je koopt een grote verjaardagskaart in de Carrefour.
2. Je wilt origineel zijn en je verpakt jezelf als verjaardagcadeau voor je lief. Je gaat in een doos voor de deur van het huis van je lief zitten en je wacht tot ze buiten komt.
3. Je maakt zelf een verjaardagskaart en werkt daar drie uur aan.
4. Je stuurt haar een SMSberichtje.
De wereld zoals hij nu is
1. vind je best leuk.
2. moet veranderd worden.
3. is de beste die je je kunt voorstellen.
4. vind je maar niks. Je hebt soms het gevoel dat je beter in een ander tijdperk geboren zou zijn.
Je vindt dat de meeste mensen
1. soms beter naar hun hart zouden luisteren.
2. te veel met geld verdienen bezig zijn en te weinig met anderen.
3. zich veel te veel door hun gevoelens laten leiden.
4. veel te weinig hun hart volgen.
Je loopt graag
1. in het bos op zoek naar nieuwe planten om in de les biologie te bestuderen.
2. alleen in het bos genietend van de natuur.
3. met vrienden in het bos om gezellig te babbelen.
4. niet in het bos, want het stinkt daar.
De meeste kunstwerken
1. vind je saai en slaapverwekkend. Kunst zegt jou niets.
2. vind je soms boeiend.
3. vind je altijd boeiend.
4. boeien je zo erg dat je graag zelf kunstenaar zou worden.
Boeken of documentaires over het verre verleden (zoals het Oude Egypte, de Romeinen, de Middeleeuwen)
1. interesseren je zo erg dat je later archeoloog zou willen worden of geschiedenis zou willen studeren.
2. vind je altijd interessant.
3. vind je soms interessant.
4. vind je maar stom en slaapverwekkend.
Vroeger was alles
1. anders, maar daarom niet slechter of beter.
2. beter dan nu, want de mens leefde dichter bij de natuur.
3. slechter dan nu.
4. zo veel beter dan je liever in het verleden geleefd zou hebben.
Overdag
1. droom je soms weg tijdens de les.
2. droom je nooit weg tijdens de les.
3. droom je altijd weg tijdens de les.
4. val je soms in slaap tijdens de les.
Exotische godsdiensten zoals Boeddhisme, Hindoeïsme, Taoïsme enzovoort vind je
1. interessant om iets uit te leren.
2. maar zever, want je gelooft enkel in wat je kunt zien.
3. zo interessant dat je ze soms eens uitprobeert. Wierookstaafjes hebben voor jou geen geheimen meer.
4. maar zever, want je hebt al een eigen geloof.
Een groot kunstenaar
1. zit in iedereen van ons verborgen.
2. is een mens zoals alle andere mensen.
3. is een vakman die zijn vak door en door kent.
4. is een zeldzaam genie.
Het liefste van al zou je
1. op vakantie naar Tenerife gaan om eens goed uit te rusten.
2. niet op reis gaan maar thuisblijven.
3. een jaar met de rugzak eens de wereld rondtrekken.
4. met een cruise de wereld rondvaren.
Stel dat je een gezin met kinderen had en je plots iemand anders zou ontmoeten die de man of de vrouw van je dromen blijkt te zijn. Wat doe je?
1. Je zorgt er angstvallig voor dat je die persoon niet meer ziet.
2. Je wordt bevriend met die persoon en blijft in het geheim verliefd op hem of haar, maar je zorgt ervoor dat het daarbij blijft.
3. Je besluit om te scheiden zodra de kinderen het huis uit zijn.
4. Je verlaat onmiddellijk je gezin.

Ben je een romanticus uit de 19de eeuw of niet? (Koen Van Cauwenberge)

Quiz met korte antwoorden