Is het aangeduide zinsdeel een lijdend voorwerp of een naamwoordelijk deel van een gezegde. Klik het juiste antwoord aan en druk dan op "Controleren".

1. Vind snel en makkelijk personen en bedrijven.
   
   'personen en bedrijven' is ...

   1.   ?    lijdend voorwerp
   2.   ?    naamwoordelijk deel van een gezegde

2. Je kunt het ook laten lezen aan je klasgenoten, leraren, ouders, broers en zussen.
   
   'het' is ...

   1.   ?    lijdend voorwerp
   2.   ?    naamwoordelijk deel van een gezegde

3. Jij blijft altijd mijn beste vriend.
   
   'mijn beste vriend' is ...

   1.   ?    lijdend voorwerp
   2.   ?    naamwoordelijk deel van een gezegde

4. Wat ze ook doet, ze lijkt altijd de strengste lerares.
   
   'de strengste lerares' is ...

   1.   ?    lijdend voorwerp
   2.   ?    naamwoordelijk deel van een gezegde

5. Door een speciale lay-out vermijd je vermijd dat je CV op een klassieke manier behandeld wordt.
   
   'dat je cv op een klassieke manier behandeld wordt' is ...

   1.   ?    lijdend voorwerp
   2.   ?    naamwoordelijk deel van een gezegde

6. Door zijn slechte karakter is samenwerken onmogelijk geworden.
   
   'onmogelijk' is ...

   1.   ?    lijdend voorwerp
   2.   ?    naamwoordelijk deel van een gezegde

7. Volgend weekend verwacht Oostende een massa toeristen.
   
   'een massa toeristen' is ...

   1.   ?    lijdend voorwerp
   2.   ?    naamwoordelijk deel van een gezegde

8. De hoge waterstand heeft zware overstromingen tot gevolg.
   
   'zware overstromingen' is ...

   1.   ?    lijdend voorwerp
   2.   ?    naamwoordelijk deel van een gezegde

9. Wil jij dan graag exact hetzelfde als je moeder zijn?
   
   'exact hetzelfde als je moeder' is ...

   1.   ?    lijdend voorwerp
   2.   ?    naamwoordelijk deel van een gezegde

10. We zouden dit agendapunt eventueel op een volgende vergadering behandelen.
    
    'dit agendapunt' is ...

    1.   ?    lijdend voorwerp
    2.   ?    naamwoordelijk deel van een gezegde