Taaltest Hemaco

Meerkeuzetest

Selecteer alle antwoorden die correct zijn.

De media ... niet te onderschatten.
1. is
2. zijn
Het huis ... je daar ziet, was vroeger van mijn grootmoeder.
1. dat
2. die
3. dit
4. deze
Duid alle zinnen aan die correct zijn in geschreven taal.
1. Daarna mocht hij al wat meer rondlopen in het sanatorium, zo was er een soort van speelkamer waar een biljarttafel en andere spelen stonden.
2. Daarna mocht hij al wat meer rondlopen in het sanatorium. Zo was er een soort van speelkamer waar een biljarttafel en andere spelen stonden.
3. Daarna mocht hij al, wat meer rondlopen, in het sanatorium, zo was er een soort van speelkamer waar een biljarttafel en andere spelen stonden.
4. Daarna mocht hij al, wat meer rondlopen, in het sanatorium, zo was er een soort van speelkamer, waar een biljarttafel en andere spelen stonden.
Geef het correcte antwoord.
1. Enkel: Ze vertrouwde ons nog een tal van details toe. Zoals bijvoorbeeld over al haar treinreizen.
2. Enkel: Ze vertrouwde ons nog een tal van details toe, zoals bijvoorbeeld over al haar treinreizen.
3. De twee andere antwoorden zijn beide correct.
Duid alle juiste antwoorden aan.
Ze hadden ... ook eten gegeven.
1. hen
2. hun
Ik heb ... al eerder gezegd.
1. dat
2. dit
3. deze
4. die
Duid alle correcte constructies aan in geschreven taal.
1. Miekes fiets is gestolen.
2. Mieke haar fiets is gestolen.
3. De fiets van Mieke is gestolen.
4. Mieke wier fiets is gestolen.
5. Mieke's fiets is gestolen.
Ik heb het ... nog zo gezegd, maar ze wouden weer niet luisteren.
1. Enkel: hun
2. Enkel: hen
3. Beide vormen kunnen.
Een tiental leerlingen ... deze ochtend te laat op school door een treinstaking.
1. Enkel: kwam
2. Enkel: kwamen
3. De persoonsvorm kan hier zowel in het enkelvoud als in het meervoud staan maar met een ander betekenisverschil.
De benefietwedstrijd werd ... .
1. af gelast
2. afgelast
Het meisje, ... naast hem in de klas zit, is de zus van Pieter.
1. dat
2. die
3. wat
Zij is slimmer ... zijn broer.
1. Enkel: dan
2. Enkel: als
3. Zowel 'als' als 'dan' kan hier worden gebruikt.
Je ... beter opletten.
1. Enkel: kunt
2. Enkel: kan
3. Beide werkwoordsvormen kunnen.
Ik ... haar naam vergeten.
1. Enkel: heb
2. Enkel: ben
3. Je kunt hier zowel 'heb' als 'ben' gebruiken.
Ben jij dan de ... die zijn huistaak gemaakt heeft.
1. enige
2. enigste
Ze hadden er iets ... van gemaakt.
1. mooi
2. moois
Hij heeft ... vergist. (Duid alle correcte antwoorden aan.)
1. zich
2. hem
3. zijn eigen